Het aanbod is altijd relevant voor de onderwijspraktijk en in de uitvoering wordt een koppeling gemaakt naar de leervragen van deelnemers. Er wordt aansluiting gezocht bij de eigen ervaringen van deelnemers en vandaaruit wordt gewerkt naar verbreding en verdieping.
De opzet van de verdiepingstrajecten is niet altijd uniform. Afhankelijk van de behoeften en de leerstijlen van de deelnemers kan er verschil zijn in hoe het traject wordt vormgegeven.
De uitvoering van het verdiepingstraject is altijd gericht op het vergroten van de competenties van de deelnemers. Dat betekent dat er aandacht is voor de persoonlijke kwaliteiten en visies, opvattingen en idealen van de deelnemers. Nieuwe inzichten en theorieën worden altijd hieraan gespiegeld. Daarnaast kan er ook aandacht zijn voor belemmeringen en professionele dilemma’s.
We gaan er vanuit dat een professional in staat is zijn eigen leren te sturen en zelfstandig de theoretische concepten te bestuderen. De docent draagt informatie over, maar waar dat mogelijk en relevant is, wordt gebruik gemaakt van andere middelen en bronnen.
Voor het uitwisselen van ervaringen is het werken in leerteams een geëigende werkvorm. Hierbinnen kan ook ruimte zijn voor vormen van intervisie. (Deze leerteams worden binnen het eigen cluster opgezet).
Het verdiepingstraject vindt on-the-job plaats. De deelnemers experimenteren met hun nieuw verworven kennis in hun eigen praktijk. Deze ontwikkeling in de praktijk maakt deel uit van het verdiepingstraject en de studielast.
achtergrondartikelen